Financieel Adviescentrum
Nederland
Persoonlijke service

Fiscus let scherp op rente bij bevriend lenen

maandag, 28 januari 2013

De ouder die geld aan zijn kind leent en de directeur-grootaandeelhouder die van zijn bv leent moeten een zakelijke rente rekenen. Lenen bij ouders of van de bv kan erg interessant zijn. De kredietverstrekker ontvangt meer rente dan de bank geeft, terwijl de lenende partij juist minder rente betaalt dan de bank vraagt. Dat speelt momenteel vooral bij hypotheekleningen, vanwege het grote gat tussen spaarrente en hypotheekrente. Om te voorkomen dat er op oneigenlijke manier met geld tussen ‘bevriende’ partijen wordt geschoven, eist de fiscus dat er een zakelijke rente wordt berekend en dat er normale leningvoorwaarden worden afgesproken.

Zakelijke rente is een rekbaar begrip. Er is geen duidelijke richtlijn voor, dat maakt het zo lastig om de hoogte te bepalen, zegt ­Mariëtte Elling van Auxilium ­Adviesgroep. Elk geval is weer ­anders en dat leidt natuurlijk tot discussies.

De fiscus verstaat onder zakelijke rente de rente die een bank zou rekenen. Maar er zijn verschillen tussen banken. Dus daar kunt u het gunstigste tarief uitpikken. Bovendien kunt u daar nog wel een half of heel procent van afwijken vanwege de bijzondere omstandigheden. Immers, ouder en kind of bv en dga (directeur-grootaandeelhouder) hebben een aparte relatie die risicoverminderend zou werken.

Maar hoe verder u het randje opzoekt, hoe eerder de fiscus met vragen komt. En dan loopt u het risico dat u alsnog extra belasting moet betalen. Ook belasting­inspecteurs zelf hebben vaak v­erschillende opvattingen over de hoogte van zakelijke rente.

Soms loont het de grens op te zoeken. Zoals de dga die tegen 2,5% van de bv leende en dat als particulier tegen 3,6% op een spaarrekening zette. De inspecteur belastte het 1,1% voordeel als inkomen. De dga stelde dat zijn bv bij de bank net zo veel rente had gekregen. Na drie rechtszaken kreeg de dga bij de Hoge Raad ­gelijk.

Het kan soms aantrekkelijk zijn een zakelijke rente zo hoog mogelijk te kiezen, zoals bij een hypotheeklening. Immers, de rente is bij de lener tegen maximaal 52% aftrekbaar en de uitlenende partij kan haar voordeel op een andere manier (salaris, dividend, schenking) alsnog aan de lenende partij uitkeren.

Er zijn nogal wat misverstanden wanneer zakelijke rente moet worden gerekend. De dga kan als aandeelhouder lenen of als werknemer. Als aandeelhouder betaalt hij zakelijke rente, in het tweede geval is er een vaste ‘werknemersrente’ van rond de 3%. Dat tarief wordt in de nieuwe werkkosten­regeling overigens weer vervangen door de zakelijke rente.

Leningen tussen ouders en kinderen moeten in principe een zakelijke rente hebben. Maar in sommige gevallen geldt sinds 2010 een normrente van 6%. Bijvoorbeeld als ouders hun kinderen een direct opeisbare lening geven. Of bij een lening onder schuldigerkenning, waarbij ­ouders hun kind een bedrag schenken, dat direct weer teruglenen en daarover rente aan hun kind betalen. Omdat hier sprake is van schenkingen met als doel de erfenis te verlagen, rekent de ­fiscus een vast tarief.

(bron: FD/ LinkedIn)

« Terug naar nieuwsoverzicht
Nieuwsbrief
Meld u aan voor de nieuws- brief en blijft op de hoogte van het laatste nieuws.